



Geur en de organisatie
Geur is een ingewikkeld fenomeen: geur vormt immers de sleutel naar onze herinnering. Het eigenaardige van geuren is dat mensen hier zelf op basis van hun persoonlijke ervaring positieve of negatieve herinneringen aan koppelen, waardoor mensen geuren verschillend waarderen. Toch zijn er ook universele waarden. Kerstmis en het boerenlandleven hebben nu eenmaal kenmerkende geuren met eveneens kenmerkende sferen. Je kunt op basis van die universele waarden (de geur van koffie) een instelling of organisatie als geheel in een streven naar een bepaald imago, een concreet geuraccent geven. Geuren hebben eigen vormen van energie en kunnen verbonden worden aan wisselende momenten van energie. Zo heeft de Rijksgebouwen-dienst de zgn. Conferentiekamer ingericht waar een samenspel van kleuren en geuren – computermatig aangestuurd – een vergadering kan beïnvloeden. Vergaderingen kennen immers verschillende fasen waaronder oriëntatie, verdieping en besluitvorming. Deze fasen kunnen door kleur en geur worden ondersteund.
Geur: het geurorgaan
Bekend is dat geuren (en daarmee de smaak) het energie-
en inspiratieniveau van de mens kunnen beïnvloeden. Waarschijnlijk werkt dit overigens vooral sterk vanuit het onderbewuste. Het is lange tijd een mysterie is geweest hoe het geurenorgaan exact werkt. Linda Buck en Richard Axel hebben in 2004 de Nobelprijs gewonnen voor hun onderzoek naar de werking van het geurorgaan. Zij ontdekten dat er 1000 genen (3% van het totale genoom) een rol spelen bij de geurwaarneming: geuren prikkelen zenuw-ellen in de neus en iedere zenuwcel bevat een aantal geurreceptoren, die op een specifiek aroma zijn afgestemd. Als een geurreceptor een geurmolecuul heeft ontvangen, dan geeft deze een signaal aan de hersenen en wel naar de hersenschors. In de hersenschors heeft elke geur een eigen geurclustertje en die clusters overlappen elkaar een beetje. Het bijzondere is dat twee verschillende signalen – bijv. de geur van kruidnagel en chocola – apart worden opgenomen, dus apart per receptor. De signalen gaan vervolgens naar de hersenschors waar ze samenkomen in een gemeenschappelijk clustertje. Dat verklaart waarom mensen moeilijk in staat zijn geuren te ontleden.
Brein
We worden permanent overgoten met omvangrijke informatiestromen. Er wordt wel eens geopperd dat het menselijk brein geconfronteerd zal gaan worden met begrenzingen nu die informatiestroom alleen maar aan het groeien is.(...)
Lees meer - pdf file
Lees meer - pdf file
Lang leve de middagdut
Het lijkt wel een onmogelijke innovatie, maar eigenlijk zou het middagdutje in het Nederlandse werkklimaat geïntroduceerd moeten worden.
Lees meer - pdf file
Lees meer - pdf file
volg
vaste
route
terug
naar
vorige
Robert Roberts, directeur van het University of Ottawa Heart Institute in Ottawa heeft het kunstwerk The Queens weg laten halen, toen werd aangetoond dat het kunstwerk de bloeddruk van de patiënten deed stijgen. Het kunstwerk van Shirley Brown toonde een in donkere tinten geschilderd portret van een koningin die mensen nogal indringend aankeek. Enkele dagen nadat het kunstwerk was opgehangen, stroomden de klachten binnen, waarna het is verwijderd (Roberts, 2007)


Goethe
Onvoorstelbaar. Goethe ! Wat een ongeëvenaard talent was dat. De meeste mensen kennen hem van de Faust. Echte talenten immers belanden frequent bij het wiskundige ritme van de dichtkunst en de mathematische patronen van de muziek. Goethe, met een IQ van ruim boven de 220, was de ultieme veeldenker. Hoe hij op zijn bevlogen wijze menselijke schedels zat uit te pluizen op zoek naar dat ene ver-bindende tussenkaakbeen als teken van het gemeenschappelijke oerbeeld van mens en dier, wat een verdere vertaling kreeg in zijn metamorfose theorie. Een theorie die overigens klopt, want in 2007 (!) is in het Max Planck Instituut bijvoorbeeld ontdekt dat bij Petunia slechts één microRNA (micro RNA’s zijn pas ontdekt in 1998!) het verschil tussen een meeldraad- en een kroonblad-ontwikkeling bepaalt. Hoe hij vanuit zijn oerfenomenologie de basis legde voor de ontstaansgeschiedenis van het planetaire stelsel. Die oerfenome-nologie die ook de grondslag vormt voor de werking van de kleur en hij wint het heden ten dage van de toen waanzinnig populaire Newton. Hoe hij, toen hij zijn geleende prisma’s overhandigde aan de loopjongen, net zag dat de prismawerking fundamenteel anders was dan Newton aangaf en in een van zijn vele eureka’s een nieuw fenomeen ontdekte van het licht en de duisternis.(...)
Lees meer - pdf file
Lees meer - pdf file
Het Goetheanum
Rudolf Steiner, aanhanger van de visie en theorieën van Goethe, is in 1913 begonnen met de bouw van het eerste Goetheanum, een internationaal centrum gericht op de antroposofie. Gedurende de bouw, gaf Rudolf Steiner leiding aan en was inspirator van een werkgemeenschap bestaande uit o.a. kunstenaars en ongeschoolden, afkomstig uit totaal zeventien verschillende naties. Steiner zoekt een met de mens overeenstemmende bouwkunst, waarin zijn geestelijke ontwikkeling maximaal wordt gestimuleerd. (...)
Lees meer - pdf file
Lees meer - pdf file
Fenomenologie (2)
Wat wij in de natuur direct waarnemen zijn fenomenen die van de meest gevarieerde condities afhangen. Als we een enkele conditie of verscheidene van deze condities veranderen, verandert ook het fenomeen. Het zal nu zaak zijn vast te stellen, wanneer die verandering ondergeschikt is, bijzaak is en wanneer ingrijpend. Alle fenomenen die door een verandering van de condities in essentie niet veranderen en een verwante trek vertonen, wijzen op een basis- of oer-fenomeen, dat aan alle ten grondslag ligt, en waarin zich een natuurwet uitspreekt. Oerfenomeen is dat licht, door een troebel medium gezien, geel wordt en duisternis, door een verlicht medium gezien, blauw. In zijn kleurenleer staan dan ook de kleuren geel en blauw centraal.
(Kleurenleer van Goethe)
(Kleurenleer van Goethe)
Fenomenologie (1)
Goethe onderwerpt verschijnselen niet aan een theorie, maar hij laat de verschijnselen zelf aan het woord. Hij biedt ze de kans hun wetmatigheden te openbaren aan degenen die ze aandachtig bestuderen. Er is maar een manier om de natuur te benaderen: door bepaalde fenomenen uit haar alomvattende totaliteit te lichten en deze op zichzelf te bekijken. Heeft men zich op die manier een bevredigende visie op het afzonderlijke eigen gemaakt, dan moet men overigens dieper gaan om te zien hoe deze visie zich laat inpassen in een algemene natuuropvatting (Kleurenleer van Goethe)


Zien
Goethe gaat ervan uit dat de natuur in de mens díe organen schept waardoorheen zij in haar hoogste ontplooiing kan verschijnen. In het oog woont dus al een rustend licht, dat kan worden gewekt. We kunnen immers in het duister de helderste beelden tevoorschijn roepen. Kleur is de wetmatige natuur in relatie tot het zintuig van het oog. Kleur is een voor het oog bestemd elementair natuur-verschijnsel dat zich door beweging, vermenging en verdeling laat begrijpen. Het oog eist totaliteit en completeert in zichzelf de kleurencirkel. De leer van de harmonie. (Kleurenleer van Goethe)
Kleurige beelden:
Ook bij de gekleurde beelden blijft een impressie in het oog, we krijgen alleen meer duidelijkheid over de vitaliteit van het netvlies, dat een oppositie toont en via het tegengestelde een totaliteit voortbrengt.
(Kleurenleer van Goethe)
(Kleurenleer van Goethe)
Verblindend kleurloos beeld
Een verblindend kleurloos beeld laat een sterke indruk achter, die een kleurenverschijnsel geeft. Laat de zon op een wit papier door een rond gat in het venster schijnen en je ziet een gele kring met purperen rand verschijnen en daarna een blauwe rand. Dat blauw gaat het purper verdringen. Daarna wordt de rand donker en kleurloos. Goethe heeft de seconden opgenomen en gaat er van uit dat er ondanks de relatie met sterke en zwakke ogen een getalsmatige verhouding bestaat. Kijk je naar een lichtgrijs voorwerp in een matig verlichte kamer, dan zie je een donker verschijnsel met een groene rand, die zich naar binnen in de schijf verspreidt en vervolgens vuil geel kleurt. In de lichte ruimte zag je dus purper en blauw; in de donkere de omgekeerde kleuren, groen en geel.
(Kleurenleer van Goethe)
(Kleurenleer van Goethe)
volg
vaste
route
terug
naar
vorige


Architect en kleurgever Jan de Boon
en het wezen van de kleur
De wereld van de kleur is een van de meest intrigerende fenomenen, die nog weinig van haar mysterieuze geheimen heeft prijsgegeven. Terwijl Newton deze wereld puur technologisch analytisch bestempelde als een verzameling van frequenties, beschouwde Goethe de diepere grondslagen vanuit de fenomenologie. Kleur is volgens Goethe geen onderdeel van het licht, maar kan alleen in aanwezigheid van licht en donker ontstaan. Hij laat de verschijnselen zelf aan het woord en biedt ze op die manier de mogelijkheid hun wetmatigheden aan de beschouwer te openbaren. Kleur is niet alleen een fenomeen met polariteiten als geel en blauw of licht en duisternis, maar wordt door de vitaliteit van ons oog ook als een variabel fenomeen gezien. Dit laatste herkent een ieder vanuit beelden en de contrasterende nabeelden. Goethe gaat echter verder: hij draagt uit dat het zien en ervaren van kleuren, mede voortkomt vanuit onze eigen ik-kracht. (...)
Lees meer - pdf file
Lees meer - pdf file


volg
vaste
route
terug
naar
vorige




volg
vaste
route
terug
naar
vorige
